Je kan nooit zomaar een goed boek schrijven.
Je moet eerst ervaring opdoen om het goed te kunnen.

Welke ervaring heb je dan nodig ?

  • Zelf boeken lezen: nogal logisch dat je moeilijk een boek kan schrijven als je er nooit 1 las.
  • Kennis van de (Nederlandse) taal: je moet echt niet alles kunnen, maar basiskennis is echt wel vereist. (DT regels, het plaatsen van punten en komma’s)
  • Begin met iets kleins (sprookje ?) of herschrijf een bepaald boek dit valt onder parodie (fanart) van een bepaald boek.

 

Het schrijven van een Parodie – Fanart

 

Voordelen Nadelen
Je doet ervaring op Je kan het boek enkel uitgeven als parodie
Je kan je baseren op het oorspronkelijk boek.Dit maakt dat het een stuk sneller vooruit gaat endat je minder fouten maakt Je boek mag mogelijk niet gedrukt wordenzonder toestemming van de schrijver vanhet oorspronkelijke boek.
Je moet de chronologische volgorde & plot van jeboek niet opnieuw verzinnen. Een parodie moet een bronvermelding hebbennaar het originele werk.
Neem een boek dat je swiesso boeide, dit maaktdat je nog kan nagenieten van het boek. Je neemt de schrijfstijl van iemand anders over.
Je kan het boek vast wel digitaal vinden enhieruit dingen kopiëren & vervangen Je mag het originele werk niet afbreken, deauteur van het originele werk mag zich nietbeledigd voelen door jouw werk.

 

Tips voor het schrijven van een boek.

 

  1. Begin met het schrijven van de inhoud, hiermee leg je de structuur van je boek vast.
  2. Doe voldoende onderzoek naar de omgeving waarin je verhaal zich afspeelt & welke personages er in je boek voorkomen. Het kan ook erg nuttig zijn om wezens te gebruiken waarvan je de eigenschappen reeds goed kent. (Wikipedia kan je hierbij zeker helpen)
  3. Kijk na hoe je best dialogen tussen je  personages schrijft
  4. Schrijf NIET online maar begin in een tekstverwerker Word / Writer. Dit maakt dat je het kan bijhouden als je geen zin / tijd meer hebt om het af te maken laat je het gewoon liggen tot de volgende keer. Het schrijven van de inhoud maakt het ook mogelijk om te starten met hoofdstuk 3 en pas later de voorgaande hoofdstukken te schrijven.
  5. Herlees je teksten & pas aan weer nodig. Dit is mede de reden waarom je het best niet meteen online doet.
  6. Gebruik een spellingcorrector deze haalt meteen heel wat schrijffouten uit je tekst.
  7. Leg de lat niet te hoog
  8. Maak je boek niet te lang, heb je een erg lag verhaal in je hoofd maak daar dan een vervolgverhaal van.
  9. Wanneer je boek bijna helemaal af is laat het nalezen, wens je gebruikt te maken van het internet dan is dit het goede moment ! Plaats je boek ook maar in kleine delen online, mensen schrikken van erg lange teksten, wanneer je het in delen publiceert zullen mensen reeds zitten wachten op het volgende deel, waardoor je meteen geïnteresseerde lezers hebt.
  10. Sta open voor opmerkingen ! Je leert er zeker van bij.

 

Nuttige websites / boeken voor onderzoek.

Buiten het verhaal zelf moet je ook een omgeving & personages verzinnen.

Meestal heb je reeds een goed idee hoe het hoofdpersonages er uit moet zien en wat haar / zijn karaktertrekken zullen worden. Maar er zijn ook nog randpersonages (vrienden, familie, vijanden)  & de omgeving (hoe ziet het bos / stad er uit ?) waar het verhaal zich afspeelt.

Je kan best van je voornaamste karakters een lijstje met eigenschappen maken, hieronder een voorbeeld:

  • Naam:
  • Type wezen:
  • Leeftijd:
  • Geslacht:
  • Geloof / cultuur:
  • Uiterlijk:
  • Kledingstijl:
  • Hobby’s:
  • Baan/ school / studierichting:
  • Wat vond het karakter vroeger leuk om te doen:
  • Woning:
  • Als het karakter het moeilijk heeft. Wat doet het dan:
  • Het karakter wil …. het allerliefste. Wat doet het eraan om dit te bereiken:
  • Het karakter wil …. het liefst ontwijken. Wat doet het eraan om dit te bereiken:
  • Heeft je karakter speciale uiterlijke kenmerken ? vleugels ? littekens ?

 

Je kan eveneens zo een lijstje opmaken voor omgevingen:

  • Naam van de regio
  • Temperatuur
  • planten
  • zijn er rotsen, valleien ?
  • Het weer op dat moment
  • kan het er stormen ?
  • De kleuren, hoogte, ouderdom van gebouwen.

 

Nuttige websites / boeken:

  • http://oncyclopedia.net/
  • http://nl.wikipedia.org/

 

Het schrijven van een dialoog:

Het overgrote deel van je boek zal uit dialogen bestaan.

Een dialoog is een gesprek tussen 2 of meerdere personages.

Een bijna gevoelloos dialoog:

Dit type dialoog is te vermijden, je kan het echter wel gebruiken wanneer je een telefoongesprek of televisiefragment in je boek opneemt. De leestekens geven het gevoel deels weer, maar verder zijn er geen Emoties in verwerkt.

Zij: “Zit je nu nog te Pokémonnen !?”
Hij: “Euh, ja ik heb niets anders te doen vandaag.”
Zij: “Weet je het zeker?”
Hij; “mm…”
Zij: “We zijn vandaag net 1 jaar samen & dat zouden we vieren !”
Hij: “Wel… Ik heb voor jou een pikkachu getraind…”

Een dialoog met gevoel:

Hera stormde de kamer van haar vriend binnen. Tot haar grote verbazing was Jan nog niet eens aangekleed. Zit je nu nog te Pokémonnen !? riep ze luid. Jan haalde zijn schouders op en antwoordde ““Euh, ja ik heb niets anders te doen vandaag.” Hera sloeg haar armen over elkaar.“Weet je het zeker?”
Alleen al aan de houding van zijn vriendin zag Jan dat hij iets vergeten was, waar wat ? Hij dacht nog even na maar kon zo net niets bedenken.
Hera keek hem woedend aan. “We zijn vandaag net 1 jaar samen & dat zouden we vieren !”
Jan keek haar met grote ogen aan. Owee dacht jan, ik had haar vorige week een speciale dag beloofd.
Eigenlijk kon hij geen kant meer op en zei: Wel… Ik heb voor jou een pikkachu getraind…”

 

0
0

Door Hera