Een tijd geleden las / hoorde ik het volgende: (bron onderaan dit artikel)
Als gemeenten nadenken over hun speeltuinen en hoe die er moeten uitzien, willen ze vernieuwend en creatief zijn. De klassieke schommel en glijbaan maken daarom plaats voor nieuwere speeltuigen.
In de plaats komen er namelijk meer avontuurlijke speeltuinen waar er meer geklommen en geravot wordt.
Met dat laatste heb ik een probleem, woon maar eens naast een speeltuin die aanzet tot ravotten…
Ravotten is namelijk letterlijk luidruchtig stoeien, wild spelen of joelend achter elkaar aan lopen.
De klassieke schommel is het stilste speeltoestel in een speeltuin. Kinderen zijn vaak zo gefocust op het schommelen dat er niet veel geroepen wordt. Buiten “kijk eens hoe hoog ik kan!”
Uiteraard moet je geen speeltuin naast je huis hebben voor de rust. Speeltuinen zijn vooral druk in de vakanties verder heb je er als buur weinig last van. Zeker wanneer de speeltoestellen goed geplaatst zijn. Een paar meter afstand van de buren bewaren of de stilste speeltuigen tegen de buren aanzetten voorkomt heel wat hinder.
—-
Ik zelf hou enorm van schommelen. Ik mijn eigen tuin heeft mijn ventje een schommel gebouwd die stevig genoeg is zodat ik er ook op kan. Mijn kinderen zijn intussen ook wat ouder geworden en die maken ook nog steeds gebruik van de schommel. Maar goed dat is mijn gezin, dat mag je niet veralgemenen.
—-
Verder in het artikel wordt door een zogenaamd expert ook beweerd “Met een paar palen kunnen veel meer kinderen aan de slag”
Op een schommel is het aantal zitjes inderdaad beperkt, op een glijbaan kunnen echter veel kinderen spelen. Waarschijnlijk kunnen er zelfs meer kinderen spelen op een glijbaan dan op een paar palen of klimrekken.
Het klopt wel dat een glijbaan te warm of te nat kan worden. Daarom is het belangrijk dat er bij de plaatsing er van rekening gehouden wordt met de stand van de zon, of dat de glijbaan onder een boom komt te staan. Voor een natte glijbaan hadden we vroeger altijd een grote vod mee.
Je kan je ook afvragen of een paar palen eigenlijk wel een speeltoestel zijn?
Als je aan kinderen die net naar een grote speeltuin zijn geweest vraagt wat ze leuk vonden dan is de kans groot dat ze over de glijbaan of schommel spreken. De kans lijkt me eerder klein dat ze spreken over een paar palen…
Ook iets oudere kinderen zie ik niet meteen wild worden van een paar palen.
Je kan je dus afvragen of die paar palen wel een goede investering zijn.
Ze zijn goedkoop maar worden door weinig kinderen langer dan 10 min gebruikt.
Als je naar het budget kijkt zou ik ze gewoon weglaten.
De wat oudere kinderen (zeg maar +10 jaar) hebben inderdaad veel stevigere speeltoestellen nodig.
Het is zeker een goed idee deze grotere kinderen af te scheiden van de kleinere.
Een stevige klassieke schommel kan wel voor alle leeftijden dienen, maar om ongelukken te voorkomen plaats je hem beter bij de iets grotere kinderen.
Hetzelfde geld eigenlijk voor een draaimolen.
Volgens een lid van Open VLD nemen de klassieke speeltuigen ook veel plaats in en zijn ze duurder geworden.
Eigenlijk is dit laatste de reden waarom schommels & glijbanen ontbreken in moderne speeltuinen. De gemeente en de buurt maakt er geen geld voor vrij.
Persoonlijk ben ik er zeker van overtuigd dat de buurt betrokken moet zijn wanneer er ergens een speeltuin wordt geplaatst. Het zijn namelijk vooral de kinderen uit de buurt die gebruik zullen maken van de speeltuin. De gemeente kan zeker ook een financiële bijdrage vragen aan de wijk waar de speeltuin komt te staan. De mensen uit de wijk kunnen dan iets organiseren om de speeltuin gedeeltelijk mee te bekostigen.
Tuinen zijn tegenwoordig kleiner dan vroeger waardoor er minder plaats is voor speeltoestellen. Daarom is het net belangrijk dat de speeltoestellen zeker beschikbaar zijn in speeltuinen. Kinderen moeten ergens hun energie op kwijt. Je hebt ook liever dat kinderen in de speeltuin zitten dan op straat. Op straat kunnen ze voertuigen beschadigen (een bal tegen een spiegel of met de fiets tegen een auto het kan allemaal…)
Waar men van mij zeker wel mag op besparen zijn het aantal zitbanken. In verschillende speeltuinen zijn meer zitbanken dan speeltoestellen. Vroeger werden naast zitbanken vuilbakken geplaatst, maar vuilbakken zijn tegenwoordig ook te duur. Hierdoor worden ze weggelaten en blijft er rond de bank vaak afval rondslingeren. Zitbanken trekken ook hangjongeren aan die dan weer voor ergernis zorgen bij de spelende kinderen of buren.
De overheid moet echter ook rekening houden met kinderen. Lees vooral kinderen een plaats geven. Alleen op deze manier kan je de strijd tegen obesitas winnen.
Tegenwoordig wordt alles volgebouwd en de huizen worden door allerhande normeringen kleiner. Dit volbouwen wordt door de overheid ook aangemoedigd. De dorpskernen worden zoveel mogelijk volgebouwd. Vaak betekend dit zelfs appartementsblokken in landelijke dorpen. Hierdoor wonen veel meer mensen dicht bij elkaar en zijn er ook veel meer kinderen per vierkante kilometer aanwezig.
Het ontbreken van speelruimte heeft intussen al geleid dat veel meer kinderen achter het scherm zitten en dit vaak al vanaf jonge leeftijd.
Geef de kinderen vooral een ruimte om te spelen, zo voorkom je dat ze op jonge leeftijd te zwaarlijvig worden.
Meer investeren in speelruimte is zeker goedkoper dan investeren in dokters en instellingen die zwaarlijvige mensen tips geven om te vermageren.
Als ik dan zie dat er geen geld is voor speelruimte maar wel geld is om dure instellingen te betalen dan zit er toch echt wel iets fout in het beleid van de overheid.
Bron moderne speeltuinen:
https://radio1.be/luister/select/de-ochtend/glijbanen-verdwijnen-steeds-vaker-uit-speeltuinen
Bron verstedelijken dorpen:
Bron kinderen te zwaarlijvig:
https://www.uza.be/twee-op-de-drie-pubers-met-obesitas-blijven-zo